Met de VoorleesExpress worden in Overijssel en Gelderland jaarlijks zo’n 1400 taalarme gezinnen bereikt. Honderden vrijwilligers introduceren het voorleesritueel. De focus ligt hierbij op de taalontwikkeling van het kind. Maar ook de ouders hebben misschien zelf een wens om te werken aan hun taal of digitale vaardigheden. Hoe ga je hierover in gesprek met ouders? Hoe kunnen VoorleesExpress en Taalhuis hierin samenwerken? De projectleiders van de VoorleesExpress hebben samen met Taalhuiscoördinatoren in een themabijeenkomst in mei verkend wat een goede lokale aanpak kan zijn. Esra van den Aker van kennisinstituut ITTA* vertelt hier meer over.
Esra: “Via de VoorleesExpress komen vrijwilligers thuis bij gezinnen om voor te lezen en samen te werken aan de taalontwikkeling van het kind. De focus ligt hier op het kind, maar ouders hebben misschien zelf ook een leerwens. Wat willen zij zelf graag leren? Waar lopen ze tegenaan in hun dagelijks leven op het gebied van taal of digitale vaardigheden? Er liggen veel kansen om tijdens dit traject met de ouders hierover het gesprek aan te gaan.
Aansluiten bij dagelijkse leefwereld van ouders
“De ervaring leert dat je een gesprek met de ouders het beste aan kunt pakken met een persoonlijke benadering vanuit een vertrouwensband. De voorleesvrijwilliger heeft vaak zo’n band en kan daardoor een belangrijke rol spelen. Het is belangrijk om zo’n gesprek met ouders op een veilige en gelijkwaardige manier te voeren, zonder dat het gesprek uitmondt in een soort intakegesprek of het ‘verkopen’ van een aanbod.”
Daarbij is het goed om aan te sluiten bij de dagelijkse leefwereld van de ouders. Kun je achterhalen waar hun intrinsieke motivatie zit: wat wil jíj graag nog beter kunnen? Uit die gesprekken kan dan bijvoorbeeld naar voren komen: ‘Ik wil een gesprek met de juf van mijn kind kunnen voeren.’ Of ‘Ik wil een advertentie op Marktplaats kunnen zetten.’ Misschien komt er wel iets naar boven dat niet direct verband houdt met (digi)taal: ‘Ik wil graag sporten hier in de buurt, maar ik weet niet waar.’
Je kunt dat gesprek beginnen vanuit hun talent en wensen en níet vanuit een vermeend ‘gebrek’. Dus: Waar ben je goed in? Wat vind je leuk? Wat zijn je wensen en dromen voor de toekomst? Vanuit daar bouw je verder: Wat belemmert je daarin? En wat kan daarbij helpen?
Coachende vaardigheden en samen optrekken
Wie kan het eerste gesprek met de ouders het beste voeren? Esra: “De vrijwilliger die wekelijks over de vloer komt bij het gezin, ontwikkelt vaak een vertrouwensband. We weten dat die band heel belangrijk is om tot een echt gesprek te komen. Vandaar het advies om de voorleesvrijwilliger die rol te geven. Maar ook de coördinator van de VoorleesExpress kan een rol spelen.
Om zo’n gesprek goed te kunnen voeren heeft de vrijwilliger dus coachende vaardigheden nodig, enkele praktische handvatten, informatie over de doelgroep (NT1 en NT2) én basiskennis over mogelijk passend aanbod. Esra: “Het is een goed idee om samen met je Taalhuis na te denken over hoe je kunt werken aan die vaardigheden en kennis.”
Het is goed om de samenwerking met een medewerker van het Taalhuis te zoeken en hierin samen op te trekken. Het is belangrijk dat degene die dit gesprek voert, deze vragen en signalen vervolgens goed verder kan brengen, bijvoorbeeld door contact te zoeken met een medewerker van het Taalhuis. Het Taalhuis heeft immers een goed overzicht van de sociale kaart. Zij kunnen bijvoorbeeld, na een warme overdracht, een volledige intake doen en met de ouder bespreken wat passend is.
Zoeken naar beste aanpak voor lokale situatie
Uiteindelijk is er niet één methode die overal werkt, maar is het zoeken naar de beste aanpak voor jouw lokale situatie. En het is goed te beseffen dat het niet een kwestie is van één goed gesprek. Neem de tijd voor meerdere gesprekken. Door goed contact op te bouwen met de gezinnen kun je na afloop van de VoorleesExpress de ouders wellicht nog veel verder helpen!”
*ITTA is een kennisinstituut voor Nederlands als eerste en tweede taal en zet zich in voor goede taalvaardigheid voor iedereen. Het ITTA gaat uit van de overtuiging dat je taal sneller en effectiever ontwikkelt in een betekenisvolle en uitdagende omgeving, waarin sprake is van ondersteuning en motivering.
Wil je meer weten over dit thema of over de VoorleesExpress? Neem dan contact op met Karien van Buuren of Linda Voortman.