Lezen is ontzettend fijn, maar je leeservaringen delen met anderen maakt het nóg fijner. Veel fanatieke lezers komen daarom fysiek samen in leesclubs om boeken te bespreken. Met de komst van corona, in maart, kwamen de activiteiten van die clubs plotseling tot stilstand. Gelukkig zag Marjolein Hordijk, programmamaker bij Bibliotheek Gelderland Zuid (OBGZ), vrijwel direct kansen.
In slechts vijf weken tijd heeft zij direct aan het begin van de coronacrisis het project ‘Online leesclubs’ gelanceerd: vijf online bijeenkomsten waarin lezers elkaar en een lokale auteur ontmoeten onder begeleiding van een lokale moderator.”
Lezers en schrijvers aan de Bibliotheek blijven verbinden
Na de beslissing dat alle bibliotheken dicht moesten, werden veel van de kerntaken van OBGZ al snel opgepakt. Zo werd de online Bibliotheek gepromoot, werden er extra luisterboeken toegevoegd aan de Luisterbieb en werd er een gratis app gelanceerd: de ThuisBieb. “Ontmoeting - één van onze belangrijkste kernfuncties - leek in eerste instantie lastiger op te pakken. We moesten immers onze deuren sluiten, waardoor onze reguliere programmering volledig kwam te vervallen”, vertelt Hordijk. “Niet alleen kwamen onze leesclubs daardoor stil te liggen, onze sluiting had ook direct effect op lokale schrijvers, interviewers en moderatoren (ook wel: gespreksleiders). Zij zijn namelijk voor een groot gedeelte afhankelijk van bijeenkomsten die in de Bibliotheek worden gehouden, zoals lezingen. Zowel onze trouwe lezers als die spelers binnen de literaire keten wilde ik aan onze Bibliotheek blijven verbinden. Juist in deze tijd. Zo is het idee voor project ‘Online leesclubs’ ontstaan.”
Samenwerking met lokale auteurs
Hordijk heeft samen met collega’s de online leesclubs in sneltreinvaart vormgegeven. “Om te beginnen hebben we een subsidieaanvraag ingediend bij de Provincie Gelderland, onder de noemer ‘Sociale initiatieven COVID-19’. Gelukkig hebben we die subsidie ook al snel gekregen, waardoor we echt van start konden. Vervolgens hebben we gekeken welke boeken geschikt zouden zijn, waarbij we zoveel mogelijk auteurs uit het werkgebied van OBGZ hebben geselecteerd. Dat was geen probleem, want op literair gebied is Nijmegen een fantastische stad en als programmamaker werkte ik al veel samen met die lokale schrijvers. Ik kon dus gebruik maken van mijn netwerk, en gelukkig zei iedereen ‘ja’. Alleen voor de jongeren hebben we een niet-lokale schrijver benaderd. Omdat dit een moeilijk te bereiken doelgroep is, hebben we hier op safe gespeeld door voor een populaire naam te kiezen.”
Vijf auteurs, vijf verschillende leesclubs
“Er zijn vijf auteurs benaderd, voor vijf verschillende leesclubs”, gaat Hordijk verder. “De eerste twee richtten zich op de jeugd: in de ene leesclub werd ‘Donderkat op de vlucht’ van Thijs Goverde besproken, in de ander ‘Het (on)gewone verhaal van Bo (en Tom)’ van Tineke Honingh. Ook voor jongeren is er een speciale leesclub georganiseerd, rondom het boek ‘De Zwendelprins’ van Rima Orie. Voor volwassen zijn er twee bijeenkomsten georganiseerd, één met de focus op de beleving van het boek (‘Echo’ van Thomas Olde Heuvelt) en de ander met een literaire focus (‘Aswoensdag’ van Hanneke Hendrix). Per bijeenkomst konden er twintig deelnemers meedoen, en die mensen kregen van ons het boek fysiek thuisgestuurd. Daarvoor werkten we samen met twee lokale boekhandels, die we op deze manier ook konden steunen.”
Moderatoren uit het werkgebied van OBGZ
En daar houdt het niet op. Hordijk heeft educatieve auteurs aan het werk gezet om handleidingen te schrijven, bijvoorbeeld over beeldbellen via het online platform Jitsi. “Zo kon iedereen zonder technische problemen aan de online leesclubs deelnemen. Ook heb ik auteurs handleidingen laten schrijven voor de moderatoren, met daarin tips en vragen voor bij de boeken, bedoeld om het gesprek op gang te houden. Normaal gesproken kennen mensen in leesclubs elkaar al, maar bij dit project was dat natuurlijk niet het geval. De moderatoren lieten mensen daarom eerst met elkaar kennismaken, maar ze bewaakten vervolgens ook de lijn van het gesprek. Die moderatoren kwamen overigens ook allemaal uit het werkgebied van OBGZ. Voor de leesclub van de jeugd heeft één van onze vrijwilligers die rol op zich genomen, voor de andere clubs heb ik Nijmeegse schrijvers benaderd.”
Aanwas uit het hele land
Toch was niet alles lokaal. “Redelijk onverwacht sloten lezers uit het hele land zich aan”, zegt Hordijk. “We hebben het project dan ook breed uitgezet: op social media, op onze website, via persberichten, via de schrijvers en hun uitgevers en op de kanalen van bevriende literaire organisaties. Dat heeft duidelijk z’n vruchten afgeworpen. Uiteindelijk zaten de twee leesclubs voor de jeugd voor de helft vol, meldden voor ‘De Zwendelprins’ veertien jongeren zich aan en zaten we met de twee leesclubs voor volwassenen op het maximale aantal van twintig deelnemers.”
De schrijver erbij, een echte meerwaarde
En de reacties van die deelnemers waren uitsluitend positief. Hordijk: “Hoe vaak krijg je nu de kans om in een kleine groep een auteur het hemd van het lijf te vragen? Vaak spreken dit soort schrijvers voor zalen met een paar honderd man, en veel mensen voelen zich in zo’n grote groep geremd om vragen te stellen. Nu niet. Aan het begin van iedere bijeenkomst mocht iedere deelnemer zich voorstellen en daarna een vraag aan de auteur stellen die hij of zij van tevoren had voorbereid. Daarna liep het eigenlijk als vanzelf. De moderator en de auteur stelden ook vragen aan de deelnemers, om hen uit de tent te lokken. En deelnemers konden natuurlijk zelf vrijuit vragen stellen, of op elkaars vragen aanhaken. Op deze manier ontstonden levendige bijeenkomsten. Bij Thijs was het echt een dolle boel. Hij zat verkleed voor de camera en de kinderen vroegen hem de oren van de kop. Rima is een schrijfster van Indiase afkomst, en zij kreeg vragen als: ‘Hoe komt dat terug in de karakters?’. En de bijeenkomst met Thomas duurde ruim twee uur. Hij was zelf razend enthousiast, en de deelnemers ook. Dat de schrijver erbij was, was duidelijk echt een meerwaarde.”
Goud in handen
Wat is nu de vervolgstap? Hordijk vertelt: “Een derde van de deelnemers heeft interesse in deelname in een reguliere leesclub. Die mensen houden we nu natuurlijk warm. En door de enthousiaste reacties van alle partijen - auteurs, lezers én moderatoren - willen we deze nieuwe vorm van leesclubs ook graag embedden in onze bestaande programmering voor kinderen, jongeren en volwassenen. Omdat we ontmoeting én geletterdheid stimuleren, hebben we hier volgens mij goud mee in handen.”
Meer weten over dit project? Neem contact op met Marjolein Hordijk.